Tyndrum, Fort William, Mallaigh , vice versa
We hadden de trein geboekt naar Mallaigh, die bleek echter overboekt en toen hebben we de trip met de bus gemaakt. Vanaf Tyndrum was het een prachtige rit door een ruig, maar betoverend landschap. Besneeuwde bergen, dalen, meren, van alles gezien. Het is een bijzonder landschap en in dit seizoen zeer kleurrijk. Bloeiende hyacinten en rododendrons met het mooie heldere groen van beginnend blad. Zwart , groen, grijs mos over rotsblokken.
Aangekomen in Fort William koffie gedronken en toen via de route die normaliter de trein nam naar Mallaigh gereden. Dit laatste is een havenplaatsje met een eindstation. En daar stond ie, dampend en wel, the Jacobite, een stoomlocomotief met tender.
Klaar om terug te rijden naar Fort Williams. De tender voorop. Het personeel was bezig om de stoomdruk op peil te houden. Snel even een paar foto's gemaakt en toen naar het centrum van Mallaigh gewandeld. Een typische visserijhaven, kleine bootjes, een scheepshelling en veel restaurants, allemaal met vis of seafruit op het menu.
Weia hield niet van vis, dus een paar broodjes gehaald. Bij het vertrek uit Malliag zagen we de stoomtrein vertrekken. Het is, en niet alleen voor de liefhebbers, een indrukwekkend fenomeen. Stoom, rook, lawaai, een stoomfluit en langzaam komt de trein in beweging. De locomotief slipte een keer en reed toen langzaam het station uit.
Met de bus teruggereden naar Fort William, daar nog een mooie locomotief gefotografeerd en toen terug naar het hotel. Om half negen vertrokken en om half zeven terug. Een hele dag dus. Vanaf 7 uur diner. Na de haggis van gisteren, vandaag de rubarb with crumble and custard. Een eenvoudig en smakelijk toetje. Een aanrader. Die keuken hier is zo slecht nog niet.
Foto zullen volgen, helaas slecht internet
Van Birmingham naar Tyndrum
Vanochtend een licht ontbijt genoten, na een nacht in een queensize bed, voor ons beiden eigenlijk net te klein. Het voelde als het slapen in een bovenbed in de nachttrein van Hanoi naar Hue, smal en warm.
Om half negen weer in de bus en eigenlijk de hele dag door gereden, op een paar stops na. De grootste was in Gretna Green. Dat is een dorp, vlak over de Schotste grens.
In het dorp worden nog elk jaar zo'n 50.000 huwelijken bekrachtigd. Door een verandering in de wetgeving in Engeland vluchten jonge paren de grens over om in Schotland, waar een andere regeling was, in het huwelijk te treden. En dat is tot heden zo.
Het was wel toeristisch, met doedelzakspeler en al.
We dronken daar a cup a tea en aten scones. Daarna doorgereden voorbij Glasgow en via de boorden van het Loch Lomond, het grootste meer in GB. Prachtige omgeving, jammer dat het weer wat tegen zat, bewolkt met nu en dan regen.
Omstreeks 1800 uur aangekomen bij het hotel en een uur later startte het diner. als voorgerecht was er onder meer haggis, een mengsel van gemalen schapelongen, vet en kruiden, gestopt in een schademaag, die vervolgens wordt gekookt en daarna in stukken gesneden en gebakken. De liefhebbers mochten als voorgerecht een klein stukje. Ik vond het lekker, smaakte een beetje naar orgaanvlees met een beetje te veel nootmuskaat. Na de haggis kreeg ik haddock, naamgever van de beroemde kapitein in Kuifje . Weia nam boeuf Chasseur, wat inhield dat ze kleine stukjes rundvlees in een saus van uien en champignons kreeg. Nu gaan we in de rust, morgen verder met foto's. vanwege het trage internet.
Van Zeeland naar Birmingham
Gisteren uit het werk meteen doorgereden naar Zeeland, niet de mooie provincie, maar het plaatsje Zeeland in Brabant. Een mooi dorp, met in het midden een herberg genaamd D'n Brouwer. De herberg heeft drie ruime kamers, waarvan wij de ruimste hadden. De kamer heette Monique van der Ven, naar de inmiddels oudere actrice. Het was de woning waar zij geboren is. Een foto van het bed in de kamer geeft een indruk van de atletische prestatie van deze actrice. Onze nacht was minder stormachtig. Ik snurkte en de volgende morgen was Weia een oordop kwijt.
O dat zou ik bijna vergeten, prachtige kamer in een mooie herberg met goed eten. Een regelrechte aanrader. De bediening was geweldig evenals de service om je naar de opstapplaats te rijden. De auto kan dan voor de herberg blijven staan. Nog even een foto van de herberg voor degene die er eens naar toe wil.
De volgende ochtend, vandaag dus, een reisdag. Mooi weer bij de start, minder gedurende de dag. In Duinkerken op de ferry gestapt en in Dover er weer uit. het was wat mistig ,dus een foto van de haveningang moet het hem doen. Het was al laat toen we bij het hotel aankwamen. Nog even wat gegeten en nu in de rust. Oh. de curry aan boord van DFDS ws nog niet zo slecht. Morgen weer vroeg op.
laatste 2 dagen
Zaterdag 12 en zondag 13 mei 2018
Even een domper, we moesten om 12 uur de kamer uit. We hadden nog geprobeerd om bij te boeken, maar het hotel was volgeboekt. Omdat we pas om 03.20 uur zouden vliegen, waren we eigenlijk 15 uur dakloos. Eerst maar eens Amman verkent. Dat viel niet mee. Het begrip stoep is een heel ander dan in Nederland, dus loopt iedereen op het asfalt, wij dus ook. Dat valt niet mee met het drukke verkeer. Daarbij kwam, dat Amman gebouwd is op heuvels, dus klimmen en dalen.
Ook niet zo goed voor de heup van Weia. Gelukkig was dichtbij een mall, een groot, op Amerikaanse leest geschoeid winkelcomplex. Zelfs de toiletten waren van Amerikaanse makelij. Voordat je de mall binnen kon moest de door de beveiliging. Daarna gelijk rechtsaf naar de Starbucks, want, alhoewel Jordanie een koffieland zou zijn, bleek uiteindelijk dat de hotels voornamelijk Nescafe leverden, die je zelf met water, suiker en melk tot iets van koffie moest ombouwen.
Na de Starbucks nog maar even een paar roltrappen op en neer en toen was het etenstijd. Op de derde verdieping was een foodcorner, met meerdere nationale en internationale cuisines. Wij kozen voor Chinees. Toch eens wat anders. Smaakte boven verwachting goed, ondanks de geringe animo van de plaatselijke bevolking voor de Chinese keuken.
Nog wat gelopen en zo rond vier uur terug naar het hotel. We konden in de lobby verblijven, maar dat waren nog wel 7 lange uren. Gelukkig kwam de driver een uur te vroeg, waardoor we eerder dan gepland op het vliegveld stonden. Een rij van Amman tot Jeruzalem voor ons bij de incheck, tot een attente medewerker aan ons vroeg: Lufthansa? Waarop wij natuurlijk gretig: ja zeiden. We werden uit de rij geplukt en in de wachtrij voor de Lufthansa incheckbalie gedumpt, met de mededeling incheck vanaf 24.00 uur. Dat werd iets later, maar toch ging het vlot vanaf dat moment. Bij de gate konden we elk een ligstoel bemachtigen en nog even rusten voor de vlucht.
Na het boarden gingen we het vliegtuig binnen. Weia zag meteen onze zitplaatsen, maar we moesten langs een meneer die niet op ons reageerde toe we opmerkten dat we graag naast hem wilden zitten. Hij stond maar niet op. Het bleek een invalide man te zijn, die niet zelfstandig op kon staan. Met behulp van familie werd de man van zijn plaats gehesen en konden wij zitten. Dit betekende ook de eerste 5 uur niet plassen, want die man was niet te passeren.
Op tijd in Frankfurt geland. Eerst door de douane en de immigration en daarna weer een veiligheidscontrole. Daar bleek de macht van de rode kruk van Weia, we konden langs de wachtrij als eerste door de check. In Frankfurt bleek het vliegtuig naar Amsterdam overgeboekt te zijn. Een medewerkster vroeg of twee vrijwilligers de vlucht wilden laten schieten. Ze zouden dan een kaartje naar Hannover krijgen met een ticket van Hannover naar Amsterdam. Daar zouden ze dan om 15.00 uur aankomen, dus zo’n 6 uur later dan gepland. Bovendien kregen de vrijwilligers de man 250 euro en een middagmaal aangeboden. Ik heb even op het punt gestaan, maar Weia’s blik sprak boekdelen. We waren al 10 uur onderweg en hadden 24 uur niet of nauwelijks geslapen, dus door. Om half elf in de ochtend geland in Amsterdam.
Inmiddels, het is nu 17.00 uur, draait de wasmachine om het laatste woestijnstof uit de kleren te wassen. En zo kwam er een eind aan een mooie maar vermoeiende vakantie.
van Akaba weer naar de hoofdstad Amman
Vrijdag 11 mei 2018
Wij waren al vroeg wakker. Vlak naast ons hotel was een moskee. En daar werd zo rond 4 uur in de ochtend opgeroepen tot het gebed. De luidspreker was van het type dat ook bij een bomaanval nog boven het geluid van de inslagen uitkomt. Dual use dus. Ik dommelde weer wat in, maar Weia kon de slaap niet meer vatten.
We hadden een uur eerder afgesproken met de chauffeur, want het zou een reisdag worden. Na het ontbijt vertrokken we rond 8 uur in de ochtend. Het was buiten al warm en het zou nog warmer worden. De eerste twee uur reden we door een woestijngebied, alleen zand, grind, rotsen en bergen in diverse grijstinten. Ook hele vlakten met alleen maar grind. Het monotone landschap werd doorklieft door een asfaltweg met twee rijstroken. Een 80 kilometerweg waar je 100 mag. Regelmatig moeten we in de remmen, want, om de snelheid er uit te halen, zijn verkeersdrempels in de weg gelegd. Het is rustig op de weg, af en toe een auto en om de zoveel kilometer een politiepost. Soms een enkele auto onder een afdak, dan weer een soort fort met prikkeldraad en snelvuurwapens op affuit. De weg grenst aan Israel.
Dan, na het passeren van een industrial zone, wordt het landschap vriendelijker en zien we links van ons de dode zee. Bij een voor een Jordaanse begrippen luxe zwemparadijs stoppen we en gaan daar door de entree naar binnen. de tassen worden gecontroleerd en na de toegangspoort komen we in een luxe openluchtbad. We zoeken een paar stoelen in de schaduw van een palmboom. De zon is fel, het is meer dan 30 graden en maar weinig wind. In het water zwemt van alles, van geheel geklede vrouwen en mannen tot dames in bikini. Ik ben bij lange na niet de dikste zwemmer, maar wel de witste.
Snel omgekleed en ingesmeerd Via een trap kon je naar beneden naar een soort strand dat grenst aan de dode zee. Duikbril niet nodig. Voordat ik het water in ga lees ik nog even de waarschuwingen, zwemmen alleen op eigen risico, probeer op je rug te zwemmen en vermijd contact met mond en ogen. Ik ga het water in, het is lekker lauw en al lopend naar dieper water voel je dat je niet dieper kan. Automisch gaan de voeten naar boven en voordat ik het door heb zwem ik al op mijn rug, eigenlijk meer drijven. jJe zou een boek kunnen lezen, zo hoog lig je in het water. Na een tijdje wilde ik op mijn buik draaien, dit ging niet zomaar, al spartelend kreeg ik water in mijn ogen, dat beet in. Naar laag water gedreven en toen uit het water gestapt. Even onder de douche het zoute water afgespoeld en geheel verfrist naar Weia gegaan, die in de schaduw, geheel gekleed, net als de meeste vrouwen, zat te lezen.
In het zwembad was een groot restaurant. Daar namen we van het koud en warm buffet. Best goed en heerlijke toetjes, Daarna doorgereden naar ons hotel in Amman waar we rond vier uur in de middag aankwamen. Nog even gedoucht en boodschappen gehaald. In de rust en morgen verder.
Nog steeds werkt het internet niet goed genoeg om er foto's bij te voegen
Akaba
Donderdag 10 mei 2018
De Jordaanse versie van: Als een vis in het water, zou kunnen zijn: als een vlieg in een bedoeinentent. Je denkt laat de DEET maar thuis, want in de woestijn zijn geen insecten. Dat klopt misschien, dus zoeken ze plekken op die wel wat te eten opleveren, een tent bijvoorbeeld. Het was vannacht bij lange na niet zo koud als we hadden gedacht. Daarbij kwam dat in de tent dikke wollen dekens lagen, dus niet koud gehad. Het beste deel van het ontbijt was de nescafe. Na wat gegeten te hebben gingen we op weg naar Aqaba, de enige havenstad van Jordanie.
Vanuit Wadi Rum was het een goed uur rijden en om ongeveer half elf in de ochtend waren we al weer in het hotel. Dit maal een Golden Tulip hotel. Van buiten zag het er niet bijzonder uit, maar de kamer was schoon en opgeruimd. Kortgeleden opnieuw in de verf gezet. We hebben de woestijnstof met een flinke straal uit de regendouche af kunnen spoelen. Daarna even in de rust en toen een lunch gescoord. Na de lunch hebben we nog even wat boodschappen gedaan en toen is Weia wat gaan rusten, ze had last. Ik ben nog even naar boulevard van Aqaba gegaan.
Het was inmiddels behoorlijk warm geworden. De temperatuur was ruim boven de 30 graden. Maar het was vooral de luchtvochtigheid zorgde voor natte ruggen. Zweten als een otter. Natuurlijk heb ik de lange broek niet uitgedaan, want hier loopt de plaatselijke bevolking ook allemaal in lange broek. Zelfs de dames gaan geheel gekleed te water, bijzonder. Een foto van de laatste badmode gaat hierbij.
Ook nu even nog geen foto's, misschien in het volgend hotel
Wadi Rum
Woensdag 9 mei 2018
Na een voor Weia onrustige nacht, ze had veel pijn na een dag lopen in Petra, hadden we een goed ontbijt in het hotel. Klokslag een kwartier voor de afgesproken tijd kwam de chauffeur bij het hotel. Dus we waren op tijd weg, bestemming Wadi Rum, een beschermd woestijngebied.
Het zou zo ongeveer twee uur rijden zijn tot Wadi Rum. Onderweg wees de driver ons op een oud station. Ik had al enige tijd gezien dat er een smalspoorbaan naast de weg liep. We stopten bij het station om een foto te maken van een oude diesellocomotief en een aantal wagons.
Het was voor mij wel weer iets bijzonders, zo’n smalspoorbaan. In heel Jordanie geen spoor te bekennen en dan zoiets. Tijdens het fotograferen viel mij al op dat in de verte een rookpluim de komst van een trein inleidde. Ik bleef natuurlijk wachten. Langzaam kwam die trein dichterbij en ineens zag ik dat het geen diesel was, maar een stoomlocomotief met rijtuigen en een paar wagons. Bijzonder om te zien. Gelukkig hebben we tegenwoordig geen filmrolletjes meer, want anders waren ze allemaal opgegaan. Het bleek een oude Turkse stoomlocomotief te zijn met rijtuigen uit het begin van de 20e eeuw. De twee wagons hadden affuiten, waarop machinegeweren konden worden bevestigd. De fotosessie duurde wat langer, vooral nadat ik door de machinist was uitgenodigd om nog even het station binnen te gaan. Hij had een apparaat uit Holland in het station. Wat het was weet ik niet, maar het kwam uit een machinefabriek uit Alkmaar. Weia en de driver werden ongeduldig en tenslotte liet ik mij overhalen deze ware treasure site te verlaten.
Op naar Wadi Rum. Aangekomen bij de gate moesten wij ons bij de plaatselijke politiepost melden en na het betalen van entree mochten we het gebied in. Op naar het tentenkamp.
Daar aangekomen kregen we tent 50, een mooie drie persoons bivaktent. Nadat we ons hadden geïnstalleerd hebben we gelunched in de tent. Je moet in dit land wel van olijven, yoghurt en plat brood houden, maar als je ervan houd is Jordanie je land.
In de middag hebben we een korte jeepsafari gedaan. Weia en ik en een nieuwe driver. Mooie woestijn.
Thee gedronken, zeep en thee gekocht en foto’s gemaakt. Aan het einde van de rit kwamen we nog even in een zandstorm terecht. Indrukwekkend, zo is het prachtig weer en zo is het een soort dichte mist, maar dan van fijn, nee zeer fijn, zand
.
Het belooft een koude nacht te worden. Maar eerst een diner in de buitenlucht. Morgen meer, misschien met minder Engelse woorden.
Foto's volgen nog en het uploaden lukt momenteel niet
Petra
Dinsdag 8 mei 2018
De hotelkamer is kleiner dan die in Amman, maar veel knusser. We zitten in een sfeervol hotel, niet te groot, niet te klein, precies goed, schoon en met een perfecte airco. Vandaag staat Petra op het programma. Eerst even een ontbijt en om 9 uur vertrokken we per auto om een kwartier later aan te komen bij de ingang van Petra. Van Petra kenden we natuurlijk het mooie plaatje dat in elke folder staat, maar wat het is, dat bleek pas toen we er waren.
Van de chauffeur kregen we een kaartje mee van de te volgen route naar de opgraving. Eerst moet je door een vier kilometer lange kloof om vervolgens uit te komen bij de treasure, dat is dus die plaat uit de folder. Van daaruit kun je nog kilometers in het gebied rondlopen. Er zijn verscheidene trails, de ene nog zwaarder dan de ander. Alleen de main trail van in totaal 8 kilometer kwam in aanmerking, maar het gaat over rotsen, door mul zand en het terrein daalt en stijgt ook nog wat.
Niet ideaal voor het lopen met een kruk. We besloten om het eerste gedeelte af te leggen met een carriage, dus een koets met een paard. De koets bracht ons tot de treasure en vanwaaruit zijn we verder getrokken. Het weer was prachtig, niet te warm, en een beetje wind. Wel af en toe een stofstorm, maar dat mocht de pret niet drukken. Op de route zijn voldoende rustplaatsen waar je even wat kan drinken en ook zijn er op regelmatige afstand toiletten. Het is zeer goed georganiseerd. Even hebben we getwijfeld, maar we hebben toch geen gebruik gemaakt van een dromedaris, dat kon, maar leek ons niet verstandig. Wel zagen we een mooi plaatje van een bijzondere manier van adverteren. Dat begint met: Men neme een dromedaris en een viltstift.
Ook hebben we geen gebruik gemaakt van een ezel, ook dat kon, maar langzaam lopend hebben we de gemakkelijke trail helemaal uitgelopen. Het eindpunt was een restaurant. Daar kon je echter alleen maar lunchen door gebruik te maken van het buffet, dat leek mij, zuinige Henk, wat overdreven, we hadden immers nog wat koekjes en ook een mars kon de honger wat stillen. We hadden ook een carriage terug geboekt, maar voor 4 uur in de middag. We kwamen al veel eerder terug bij de treasure.. Dus moesten we wat wachten. Om half vier zag ik onze carriage en vroeg of we eerder terug konden, dit was geen probleem en om vier uur waren we terug bij de entree. Half vijf in het hotel, foto’s op de computer gezet, verhaaltje getikt en straks gaan we uitgebreid het hotelbuffet proberen.